Pagina's

zaterdag 14 september 2019

Wandelen voor Berkenstein






Er was prachtig weer voorspeld, alhoewel het  nog redelijk koud was toen we op weg gingen naar Veenendaal. Veenendaal ligt in de prachtige omgeving van de Utrechtse Heuvelrug. Deze is bekend om zijn bergen en dalen. Daarbij is er  een gevarieerd dierenleven. Recentelijk is er daar een nieuwe diersoort ontdekt. De pijlen op pootjes.

De wandeltocht werd georganiseerd voor een goed doel. De Hospice Berkenstein in Veenendaal. Een kleinschalig huis waar patiënten in hun laatste levensfase en familie worden opgevangen en verzorgd. Hierbij staan de wensen van de bewoner centraal. Er wordt door een huisarts, ondersteund door professionele vrijwilligers, zorg en steun verleend. 

Na een vlugge kop koffie met een gevulde koek (quilty pleasure), gingen we op pad. 
Het eerste stuk natuur was een grote heide waar schapen rustig begonnen waren aan hun ontbijt. Gras vermengd met 'uitgebloeide' heidebloemen.  






De Utrechtse Heuvelrug is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, meer dan 130.000 jaar geleden. Het ijs stuwde zand en stenen op tot een langgerekte stuwwal van het Gooimeer bij Huizen tot de Grebbeberg bij Rhenen. Water en wind werkten verder aan het landschap tot er een mix van heuvels, dalen en vlaktes ontstond. 


Er is geklommen, er is gedaald en er is verdwaald. Het verdwalen was allemaal te danken aan de recentelijk ontdekte diersoort, de pijl op pootjes. Zij staan bekend om zich voor te doen als een gewone pijl, maar dan plots te verdwijnen van bomen, struiken e.d. om zo argeloze wandelaars te laten verdwalen. Een dwaallicht is er niets bij. 
Zo kwamen wij ook zo'n pijl tegen. Deze pijl had besloten om van een bepaalde boom af te gaan en zich iets verderop, net uit het zicht van de wandelaar, op de volgende boom te gaan zitten. Dit werd nog redelijk op tijd gezien en we sloegen alsnog het goede pas in. Wel nadat we een paar keer verward hadden rondgekeken. 
Enfin, dit kon deze pijl niet verkroppen en dus besloot deze zijn soortgenoten te waarschuwen. Men is er nog niet uit hoe de pijl op pootjes communiceert met zijn soortgenoten. Wel bestaat het vermoeden dat zij een andere diersoort of typische bosgeluiden kunnen nabootsen, waardoor de wandelaar het herkent als vogelgezang of het ruizen van de bladeren in de bomen. 

Het bewuste pad waar één van de pijlen had besloten om te verdwijnen. 

Maar wat het geluid ook is, effectief was het wel.  Niet veel later was de pijl echt niet meer te vinden. Het pad was kwijt, de pijl was nergens te zien en er werd vaak over wortels gestruikeld.  Na lang zoeken, struikelen en mopperen op deze diersoort, werd de pijl niet gevonden, de juist weg wel. En wat een opluchting, de rest van de tocht hadden we geen last meer van deze zeer irritante nieuwe diersoort.  





Zo kwamen bij het hoogste punt - op de top - van de Utrechtse Heuvelrug. Eveneens staat het ook voor toeristisch overstappunt waar diverse wandel- en fietsroutes bij elkaar komen. Nou, dat klopt ook wel. Bij de rust - een klein cafeetje, kwamen we de 15 kilometer wandelaars tegen. Een prima plek waar we even uitbliezen van onze ontmoeting met de nieuwe diersoort. 




Na de top liepen we in de richting van een reconstructie van een grafheuvel. 






Grafheuvels waren veel te vinden bij de flanken tussen Rhenen en Doorn. Ze zijn afkomstig uit de Prehistorie. In die tijd waren ze zichtbaar in het heidelandschap. De reconstructie die wij zagen is een tweeperiodenheuvel. De eerste, oorspronkelijke grafheuvel werd later bedekt door een tweede heuvel. Het eerste graf werd rond 2200 voor Christus gebouwd, de tweede ongeveer 500 jaar later. In de jaren daarna is de grafheuvel nog meerdere keren gebruikt als begraafplaats. Zo zijn er urnen geplaatst met as van overledenen. 
In de grafheuvels zijn ook klokbekers gevonden met eten en drinken. Dit was waarschijnlijk  voor de overledene voor zijn reis naar het hiernamaals. De naam klokbekercultuur komt van vondsten die uit deze periode zijn gevonden. Vaak hadden ze de vorm van een klok. 

Op het laatste gedeelte van de tocht hebben we nog kunnen genieten van een mooi uitzicht over de Betuwe bij de Elsterkop. Omdat het prachtig, helder weer was konden we in de verte zelfs windmolens bij Eemdijk (Flevopolder zien). 





Kortom: Een prachtig wandeltocht met bergen, dalen en verdwalen. Oh, en pas op bij wandeltochten. De pijlen op pootjes komen niet alleen op de Utrechtse Heuvelrug voor! U bent gewaarschuwd. 

Tekst: Mathilde de Wit
Foto's: Mathilde de Wit

Meer informatie is te vinden op:
Utrechtse Heuvelrug
https://www.opdeheuvelrug.nl/plan-je-bezoek/praktische-informatie/top

https://www.np-utrechtseheuvelrug.nl/nl/Zien/Natuur/Dieren

https://www.np-utrechtseheuvelrug.nl/nl/Zien

Hospice Berkenstein
https://vptzberkenstein.nl
https://wandelen.voorberkenstein.nl


zaterdag 13 april 2019

27e Bloesemtocht te Geldermalsen

Een sfeerimpressie van de 27e Bloesemtocht in Geldermalsen.
Het was een prachtige tocht die een koude start kende. Door de koude vriesnachten sproeiden de boeren de fruitbomen onder zodat de bloesem beschermd werden door een ijslaagje. Dat leverde zeer mooie plaatjes op.
Maar ook de rest van de natuur en de omgeving liet zich van zijn beste kant zien. Mooie knotwilgen, vergezichten en dieren die zich verbaasden over de vele wandelaars. Het was een prachtige tocht die zeker voor herhaling vatbaar is.

Zeer koude start.


Een aaibare pony, die graag wat lekkers kreeg van de wandelaars.
Een uil in het uilenpark.
Jonge geitjes in de boomstam.
Een ooievaar in de wei.
Een molen met vlaggetjes in de wieken.
Een mooie bloesemboom in het weiland.
Prachtige bloesem van dichtbij.
Schapen die kijken naar al die wandelaars.
Geknotte knotwilgen

Bloesem was ondergespoten zodat er een ijslaagje zou ontstaan zodat de bloesem met de koude nacht niet dood zou vriezen.

 
 

 


 
 
 




 






 

 


donderdag 11 april 2019

Paastocht te Zoersel (België)

 
 
Een prachtige dag, zo in April. De zon schijnt volop, de temperatuur is aangenaam en de natuur komt steeds meer tot leven. Het is weer eens tijd om te gaan wandelen in het Zoerselbos in de omgeving van het Belgische Zoersel.
Dit keer was het een Paastocht, zo vlak voor Pasen. Daarom kreeg iedereen bij het inschrijven een lekkere Paasei. De paashaas, of in België vaak de Paasklokken, waren al druk bezig geweest.
 
Deze tocht bracht ons in het Zoerselbos. Het Zoerselbos - vroeger ook het Hooijdonckbos genoemd, is een beschermd bosgebied van 400 ha met een erg gevarieerd landschap. Daarnaast kwamen we langs het Boshuisje en het Zoerselhof.
 






 
Aan de rand van het bos is 't Boshuisje te vinden. In dit Boshuisje zou Hendrik Conscience ooit hebben geschuild voor een onweer. De bewoners zouden hem toen een verhaal hebben verteld een soldaat. Dit werd de inspiratiebron voor een van zijn bekendere werken: 'De Loteling'.
 
 
 
Ter herinnering aan Conscience liet de waard er een donkere en lichte (tripel) Loteling brouwen.
Ook Paul Geerts liet zich in 1982 inspireren door dit verhaal en maakte in de reeks van Suske en  Wiske het verhaal de Gouden Ganzenveer, dat gebaseerd is op de roman de Loteling van Hendrik Consience en het boshuisje.
 

 
 
Het Zoerselbos was vroeger bewoond door monniken van de cisterciënabdij 'Sint Bernardusabdij' Deze abdij werd in de 13e eeuw gesticht. Door de jaren heen groeide de abdij tot een groot complex. In de Middeleeuwen was de abdij zeer belangrijk. Na de Franse Revolutie werden de monniken echter verdreven. Nu herinneren sommige straatnamen nog aan de abdij die hier ooit stond. 


 
Het Zoerselhof is een landgoed dat onder andere bestaat uit een kasteel, een Engelse tuin en een Franse tuin. Het domein werd in 1233 geschonken door Hendrik de Tweede (Hertog van Brabant) aan de cisterciënzers.

 
 
 


Dit is echter nooit gebeurd. Wel bleven de gronden in hun bezit. De hertogen kwamen hier twee keer per jaar met hun jachtgezelschap jagen en verbleven dan in dit jagersdomein.





In de 2e helft van de 18e eeuw, werd er een kasteel gebouwd, dat in 1790 werd voltooid. In 1795 werd dit echter in beslag genomen door de Fransen tijdens de Franse bezetting. De paters vluchtten. In de 19e eeuw werd er niet veel aan het kasteel gedaan. Wel werd de omgeving omgevormd tot een tuin.
 
Een boom in de Engelse tuin van het Zoerselhof

 
Een vijver in de Engelse tuin
 
De Franse tuin met de gesnoeide Buxussen
 

In de 20e eeuw wisselde het kasteel enkele keren van eigenaar. Het werd onder andere gebruikt als vakantieoord voor Antwerpse kinderen, een hotel, herberg en restaurant. In 1956 werd het kasteel geteisterd door een brand dat de gehele bovenverdieping vernielde. Dit werd weer vlug hersteld. In 1989 kwam het kasteel in bezit van baron Van Vaerenbergh die het kasteel in zijn oorspronkelijke staat restaureerde.  
 
Het was dus weer een prachtige en gevarieerde wandeling. Fijn dat het weer zo goed meewerkte.

 
 
Tekst: Mathilde de Wit
Foto's: Mathilde de Wit en Johnnie
 
Bronnen:
Geschiedenis van Zoersel
 
Sint Bernadusabdij
 
Zoerselhof
 
Boeken:
Suske en Wiske - de gouden ganzenveer
Paul Geerts
ISBN: 97890021457548
 
Suske en Wiske - 50 jaar
Peter van Hooydonck
ISBN: 9002196288
 
Paul Geerts - 30 jaar de peetvader van Suske en Wiske
Theo Vaessen
ISBN: 9789002219474
 
 
 


 

 



zaterdag 30 maart 2019

19e WV wandeldag te Schoonhoven


Langzaam laat de zon zicht achter de wolken zien. De vogels fluiten hun hoogste lied en langzaam begint de natuur weer te ontwaken uit zijn korte winterslaap. Het is weer tijd om een wandeling te maken. Zo’n 25 kilometer door het polderlandschap, graskades en lange, lange, lange landbouwwegen van de Lopikerwaard.

Het was echt genieten met het prachtige zonnetje. De vogels floten hun hoogste lied en overal waren jonge dieren te zien. Ook de volwassenen hadden plezier in deze prachtige lentedag. Een konijn kon het zonnen niet laten.

Deze zwaan geniet van het zonnetje en maakt bouwplannen voor zijn nest.

 


Echter was er ook paniek in de tent. Een bezorgde moederschaap was één van haar lammeren kwijt, die nog even bij de waterkant wilde blijven. En maar blaten, totdat de boer dit ongehoorzame lam maar weer vlug bij mama bracht. Ik heb een schaap nog nooit zo hard zien draven, met de twee andere lammeren achter zich aan. Blij dat ze was toen haar verloren kleintje weer terecht was.
 

De tocht bracht mij bij de Bonrepas-molen, deze wipwatermolen dateert uit 1600 en was bestemd voor het bemalen van de polders Noord-Zevender en Bonrepas. De buurtschap Bonrepas (Boenderpas in de volksmond) telde in 1840 12 huizen met 80 inwoners. Tegenwoordig heeft Bonrepas ongeveer 30 huizen met ongeveer 75 inwoners.
 
 

Duidelijk is het oude ontginningspatroon van de polder te zien: langgerekte kavels, verdeeld door sloten die haaks op de rivier staan. Een slangenlandschap wordt het genoemd. De ontginning van de moerassige gebieden begon in de 11e eeuw vanaf de hoger gelegen oeverwallen. Op de kop van het perceel kwam een woning te staan; zo ontstond de kenmerkende lintbebouwing.
 


 

Ik liep ook nog een heel stuk langs de Lek. Rond het begin van onze jaartelling werd de Lek een actievere rivier als zijtak van de Rijn. Dit leidde tot het langzaam dichtslibben van de Kromme Rijn; maar pas in de 12e eeuw werd de Lek definitief de hoofdstroom van de Rijn door het afdammen van de oorspronkelijke Rijnloop bij Wijk bij Duurstede. Hier was ook een stukje oude muur te zien. Nog steeds geen idee waarvan het was, maar ik durf te wedden dat het midden in de nacht behoorlijk kan spoken.
 
 

Daarnaast was in de natuur en in het polderlandschap  de lente goed te zien.
 


 
Kortom: Een prachtige wandeldag.