Deze kleine burcht was te vinden in het centrum.
Het stond al lang op mijn verlanglijstje. Een langere
wandeling maken dan van vijftien kilometer. Vijftien Kilometer, dat doe ik op
mijn sloffen. Ik wilde eens meer uitdaging. En dus leek mij een wandeling maken
van 20 kilometer leek mij wel een geschikte uitdaging. En dus haalde ik maar
weer eens de wandelagenda erbij. In Burgh- Haamstede in Zeeland werd er een
wandeltocht georganiseerd. En ja, het was mogelijk om 20 kilometer te wandelen.
Mijn wandelschoenen hadden er al zin in. Helaas leken de weergoden die dag wat
minder mee te werken. Er was 60% kans op regen. Maar die 60% kon ook ergens
vallen dan in Zeeland. Dus ik ging. Samen met een wandelmaatje die ook wel weer
zin had in een wandeling.
De rit naar Zeeland ging goed. Er waren wat uitgelopen
werkzaamheden, maar daar hadden we bijna geen last van. Maar deze keer werd ik
weer aan herinnerd waarom het openbaar vervoer bij mij vaak de voorkeur heeft.
De parkeerplaats! Het regende en de parkeerplaats was op een grasveld, wat voor
deze gelegenheid was veranderd in een grote modderpoel. Nog een wonder dat ik
niet vast kwam te zitten. Gas geven en duimen maar werkte in dit geval wel.
Maar ik zou het niemand aanraden. De hele toch zat het in mijn achterhoofd dat
ik straks ook nog van de parkeerplaats af moest geraken.
Zeeland is de provincie bekend om de stranden en de
Noordzee. Een provincie waar je prachtige wandeltochten kunt maken. Zo stond
het op de website. Maar de foto’s die erbij stonden, waren vast op een
prachtige zomerdag in juni gemaakt. Want die dag was er nauwelijks zon gezien.
Buien, waar je ontzettend nat van wordt, maar geen zin heeft om je regenjas te
pakken, eer je deze aan hebt is de bui alweer over. De 60% regen is dus zeker
uitgekomen.
Maar dat mocht de pret niet drukken. We hebben mooie
dingen gezien. Tussen de loeiende dames gelopen, strand, zee en zelfs zon
gezien, beseft dat in 1953 dit allemaal onder water stond, verdwaald op het
strand (Ja, het is mogelijk!) en met wielrenners mot gehad.
Doorgaans kunnen wielrenners en wandelaars niet met elkaar
overweg. En tijdens deze wandeltocht was het niet anders. De wandelaars denken
dat zij het hele pad voor zichzelf hebben en breeduit lopen. Hierbij kijken ze
niet uit voor andere weggebruikers. Wielrenners denken daarentegen dat zij over
een heel pad kunnen racen en hun medegebruikers daarbij niet hoeven te
waarschuwen. Immers: een fietsbel remt de snelheid af. Maar botsen op je
medegebruiker ook. Wanneer zij er langs willen roepen ze: ‘Opzij! Opzij!
Opzij!’
Meestal is het dan al bijna te laat. Soms kun je als
wandelaar nog net op tijd opzij springen en dan hoor je de wielrenner mopperend
voorbij racen. En je hebt wandelaars die dan terugroepen: ‘Gebruik een bel!’
Het gezamenlijk delen van een pad is erg moeilijk.
Het was ondanks alles een mooie wandeltocht waar ik erg
van genoten heb.
Einde van het liedje: Ik heb de 20 kilometer gelopen! Zo,
dat kan ook weer in mijn wandelboekje bijgeschreven worden. Wie weet? Ooit nog
eens de Vierdaagse van Nijmegen?
(Oh, en ik heb uiteindelijk de
auto niet hoeven aanduwen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten